Efficiënt brainstormen

Er bestaan drie basisregels:

1. Geen kritiek op de genoemde ideeën, dat komt later wel
2. Aandacht op kwantiteit; som zoveel mogelijk ideeën op
3. Wilde ideeën zijn welkom

Efficiënt brainstormen: ideeën

Post-IT methode

Geef iedere deelnemer een stapel post-its met een stift, stel uw stopwatch in en laat alle ideeën de vrije loop. Verzamel daarna de post-its op een flipover-vel en zoek de opvallendste ideeën eruit.

Verhaal vertellen

Met de groep een verhaalt verzinnen waarin iedereen om beurten een stukje vertelt. De voorzitter begint en geeft dan het woord aan de volgende, en zo iedereen langs. Door steeds opnieuw te beginnen, voortbouwend op de suggesties van de andere deelnemers, wordt de creativiteit gestimuleerd. Het doel van deze oefening is de deelnemers erin te trainen in te springen op wat een ander zegt, te associëren, en vrijuit uit te spreken zonder geremd te worden door ‘ik weet het niet’ of ‘dit is niet goed/leuk/origineel’.

Denkhoeden methode

Tijdens de vergadering besluit de voorzitter de denkhoeden te verdelen. Iedereen krijgt – willekeurig – een denkhoed toegewezen. Een denkhoed staat voor een manier van denken. Er zijn zes denkhoeden en iedere kleur symboliseert een andere manier van denken. Je kijk op een situatie hangt dus af van de hoed die je op hebt. Na een onderbreking van tien minuten, waarin iedereen zich kan voorbereiden, vraagt de voorzitter om de reacties.

De Denkhoedenmethode is van Edward de Bono.

• Witte hoed: kale feiten en cijfers, u gaat uit van objectieve informatie

• Rode hoed: gevoel en intuïtie, u reageert emotioneel (zonder een reden te hoeven geven)

• Zwarte hoed: negatief / pessimistisch, u bent advocaat van de duivel

• Gele hoed: positief / optimistisch, u bekijkt het van de zonnige kant en zoekt naar de voordelen

• Groene hoed: creatief, u mag freewheelen in uw manier van denken (vrij associëren, alternatieven bedenken)

• Blauwe hoed: beschouwend, controlerend, u houdt het proces in de gaten

Writing pool brainstorm

In het midden liggen een aantal kaartjes dat overeenkomt met het aantal deelnemers. Op elk kaartje staat een probleemstelling met een klein aantal mogelijkheden. Lees het kaartje en voeg er drie ideeën aan toe. Leg het kaartje terug en pak een nieuwe.

Mindmappen

Schrijf of teken de probleemstelling in het midden van een A4-tje. Schrijf alle associaties op, gebruik hierbij verschillende kleuren. Associeer vervolgens weer verder op deze sleutelwoorden. Vervang zoveel mogelijk woorden door tekeningen. Kijk of je de mindmap kan verbeteren door een structuur aan te brengen, breng gerust dwarsverbanden aan.